Karine Hoenderdos
Karine is diëtist, auteur van de PuurGezond boeken en redacteur van PuurGezond.nl

Je bent drie jaar oud, je bent natuurlijk superprachtig (want immers drie jaar oud), je kijkt in de spiegel en je zegt: ‘Mama, ik ben te dik’. Het gebeurt echt. Peuters maken zich al zorgen of ze niet te dik of te lelijk zijn, zo was laatst in het nieuws. Bijna 1 op de 3 Britse 3-jarigen noemt zichzelf wel eens dik, en 1 op de 10 noemt zichzelf lelijk.

Het is de schuld van de media, zeggen de onderzoekers. Ze claimen dat kinderen door televisie, tijdschriften of in boeken al heel jong het ideaalbeeld van slank en strak voorgeschoteld.

Maar ik weet dat niet hoor. Hoeveel televisie moet een kind van drie kijken om al een ideaalbeeld voor ogen te hebben? Peuters kijken toch gewoon naar Dora of Sesamstraat? Of hebben de reclames en beelden op straat al zoveel invloed op deze leeftijd?

Persoonlijk denk ik dat ook ouders (en andere volwassenen) veel invloed hebben. Als ouders positief praten over slanke mensen of hardop balen als ze zelf in de spiegel kijken. Als crèchemedewerkers aan het lijnen zijn. Als opa afkeurend praat over een dikke dame op straat. Als ouders eten indelen in gezond en ongezond, in verboden of toegestaan.

We leven in een maatschappij waarin slank zijn de norm is. Tegelijkertijd is het een maatschappij waarin “niet dik worden” een grote uitdaging is. Ik denk dat het goed is om daar in de opvoeding rekening mee te houden. Het werkt averechts als we kinderen van jongs af aan inpeperen dat dik synoniem is aan lelijk. Wat wel werkt is ze te laten zien hoe mooi en gezond ze zijn, door kinderen zelfvertrouwen te geven. Verder kun je het goede voorbeeld geven, door niet te lijnen, maar door te genieten van gezond en lekker eten. Door veel te wandelen, fietsen, voetballen in het park. En door ze uit te leggen dat het heel normaal is dat peuters een bol buikje hebben en dat dat buikje het allerliefste van de wereld is.