Tuinbonen

Bij dubbeldoppen verwijder je niet alleen de peul die om tuinbonen zit (enkeldoppen), je haalt ook het vliesje om iedere tuinboon weg. Bij jonge kleine tuinboontjes is dit niet nodig, maar bij grote, wat oudere tuinbonen voorkom je zo dat je het typische tuinbonenluchtje bij het koken krijgt. Daarnaast zijn de bonen na het koken frisser groen van kleur.
Het dubbeldoppen doe je door de enkel gedopte tuinbonen 2 minuten in zoutloos water te blancheren. Spoel ze af met ijskoud water. Maak daarna, met een klein scherp mesje, een sneetje tegenover de navel van de boon. Druk daarna de boon uit het vliesje.
Dubbelgedopte bonen kun je ook rauw eten met wat kruiden en olijfolie.