Oost-Indische kers

Een veelzijdige moestuintopper: de blaadjes, bloemen en zaden zijn eetbaar van deze mooie snelgroeiende klimmer. En hij is goed in de insectenbestrijding.

De Oost-Indische kers is een echte bloeier, hij bloeit van juli tot oktober. Het zal je ook waarschijnlijk niet meer verbazen als je deze bloemen als garnering op een bord salade ziet. Maar er kan meer met deze plant. De blaadjes kun je door de salade doen, als spinazie gebruiken of er een pesto van draaien. Van de zaden kun je kappertjes maken. Bijna de hele plant is te eten, plant hem dus in je (moes)tuin.

Met de Oost-Indische kers verjaag je ook slakken, ze houden niet van de geur. En de zwarte luis (op bijvoorbeeld tuinbonen) vindt de Oost-Indische kers juist lekker. Zet Oost-Indische kers dus vooral in de buurt van tuinbonen, dan laten de luizen de bonen met rust en gaan op de Oost-Indische kers zitten.  

Plaats de plant verspreid in de moestuin. Houd hem wel in toom, hij kan erg woekeren. Als op het eind van het seizoen de stengels verdroogd zijn en “stro” worden, kun je ze prima gebruiken om planten af te dekken voor de winter.

Saladerecepten