Een snel ontdooide quiche, tomatensoep uit blik of opgewarmde saté met saus. Niet echt mijn ding, maar oké het kan best voor een keer. Maar in een restaurant? Daarbij heb je toch een romantisch beeld van een bevlogen chefkok die -samen met zijn keukenbrigade- voor jou een lekkere maaltijd kookt. Zodra jij je bestelling aan de ober doorgeeft, zetten zij de pannen op het vuur. Zo gaat dat toch? Nee dus.
Ik viel van mijn chefkokgeloof toen ik jaren geleden voor het eerst van mijn leven de Hanos bezocht, de groothandel voor de horeca. Een prachtige winkel waar je echt alles op het gebied van eten kunt krijgen. Culinaire geneugten die je normaal alleen op menukaarten ziet staan, kun je daar in je supersize winkelkar laden. Van kreeften tot zeewier, van eetbare bloemen tot truffel en van patrijs tot antilopebiefstuk. Een walhalla voor iedereen die van koken houdt. Maar ook een gruwel als je wat verder rondkijkt en een blik werpt in de enorme koelvitrines en diepvriezers die er staan. Ambachtelijke quiches, romige aardappelgratins, pittige vissoep, winterse wildsaus, prachtige lasagne, kant-en-klare tosti’s, talloze salades, gevulde pasta….
Ik schrok toen ik gerechten herkende die ik wel eens ergens in een restaurant op mijn bord had gekregen. Weg was ineens de charme van uit eten, weg het romantische idee van de ambachtelijke restaurantkeuken. Natuurlijk zijn er restaurants waar dit niet gebeurt, maar in veel restaurants is het koken een soort veredeld opwarmen geworden.
In Frankrijk zijn ze het zat. Daar moeten restaurants voortaan aangeven of de gerechten die ze serveren wel echt “huisgemaakt” zijn. Alleen bij het predicaat “fait de maison” op de kaart, ben je als gast ervan verzekerd dat er een kok in de keuken echt heeft staan koken. Handig om te weten als je nog op vakantie gaat. Maar denk je eens in: Frankrijk, het land van de Michelinsterren en een culinair lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld. Juist daar moeten ze tot zo’n maatregel overgaan! Hoe erg moet het dan bij ons wel niet zijn?