Daar zijn verschillende trucjes voor:
1. Leg het ei in een kom met koud water om te zien of het drijft. Eieren hebben een luchtkamer: een klein deel dat gevuld is met lucht. Als het ei ouder wordt, neemt de hoeveelheid lucht in de luchtkamer toe. Zakt het ei naar de bodem? Dan heb je dus een vers ei te pakken. Blijft het ei drijven? Dan is het bedorven. Gaat het ei schuin staan? Dan is het een ouder ei dat je nog wel kunt eten.
2. Ruik aan het ei. Een zwavelachtige geur als je het ei open breekt, is misschien wel de beste aanwijzing dat je een bedorven exemplaar hebt.
3. Bekijk de structuur van een open gebroken ei op een bord. Een ei dat uitloopt, waterig lijkt te zijn en gemakkelijk heen en weer beweegt is oud. Een vers ei blijft compact en heeft een wolkachtig eiwit (van de sterke hagelsnoeren die het eigeel op zijn plaats houden)

Overigens kun je uiteraard ook met de houdbaarheidsdatum (THT-datum) op de verpakking van het eidoosje uitrekenen hoe oud de eieren zijn. Die datum is namelijk altijd 28 dagen na de legdatum.

Een gekookt iets ouder ei (dat nog niet bedorven is) is wel makkelijker te pellen dan een gekookt vers ei.

Van kakelverse eieren maak je de lekkerste bavarois.