De keuze voor het soort water heeft invloed op je smaakbeleving. Een handige richtlijn om aan te houden is om het koolzuurgehalte in het water gedurende het diner af te bouwen. Aan het begin van het diner ga je nog veel smaken proeven. Het is daarom verstandig om bij het voorgerecht een sterk bruisend mineraalwater te serveren. Dit reinigt namelijk de smaakpapillen. Serveer vervolgens een licht bruisend mineraalwater bij het hoofdgerecht en een kraanwater bij het nagerecht. Op die manier worden de diverse gangen het beste begeleid met water. 

Uit het oogpunt van duurzaamheid kun je natuurlijk het beste kiezen voor gewoon kraanwater.