Vorige week kocht ik een lekkere stevige selderijknol op de markt. ‘Ga je erwtensoep maken?’ vroeg de groenteboer me. En bij de uien en wortelen dacht hij meteen aan hutspot en de goudrenetten zou ik toch echt wel voor de appeltaart gebruiken? Nou nee. Eerlijk gezegd had ik voor al mijn aankopen een spannender idee. De selderijknol was voor de helft bestemd voor de puree, in plaats van een deel van de aardappelen en van de ander helft wilde ik een salade maken. De uien en wortelen waren voor een oranje linzensoep. En de appels gingen in een stoofschotel met varkensvlees. Niet alleen de groenteboer zit in een vaste "groef". Noem spaghetti en men denkt aan bolognese, heb het over bloemkoel en hele volksstammen denken… met een sausje. En als je zegt dat je boerenkool eet dan is het toch bij 99% synoniem aan stamppot.
Uit onderzoek blijkt dat elk huishouden standaard zo’n 10 recepten heeft waarmee gevarieerd wordt. Dat is een schamele oogst, terwijl er toch een hele wereld aan recepten openligt: kookboeken, magazines en internet staan er vol van. Maar we lijken -zeker doordeweeks- altijd terug te vallen op het vaste repertoire dat we zo uit onze mouw kunnen schudden. Lekker makkelijk, je hoeft er niet bij na te denken, het lukt altijd en de kinderen lusten het gegarandeerd. Maar geef toe, het is -net zoals altijd de missionarishouding in bed- wel een beetje saai….
Dus kom op, ontwaak uit de sleur! Al spreek je maar met jezelf af om één keer in de week iets anders uit te proberen. Dat lekkere recept van je vriendin, die stoofschotel van je moeder, of een leuk recept uit een kookboek. Zo wordt het toch nog spannend aan tafel.
