Hoi, hallo, goedemiddag. Ik schat dat ik deze woorden wel tien keer zeg als ik even een rondje ga wandelen of hardlopen. Het hangt een beetje af van het weer hoeveel mensen ik tegenkom – bij regen en kou een stuk minder dan bij het heerlijke nazomerweer van de laatste tijd – maar als ik iemand tegenkom, dan groet ik altijd.
Altijd? Ja altijd! Niet alleen bij buren, bekenden of mensen die ik vaag van gezicht ken. Ook als het gaat om onbekenden, tieners (heel leuk, die groeten soms al eerder dan ik) en kinderen. Het geeft me een gevoel van saamhorigheid en is een klein genietmomentje voor mij. En niet alleen voor mij, volgens mij ook voor degene die ik groet. Niet zelden zie ik dat mijn groet aanleiding is voor een glimlach. Het zou me niet verbazen als groeten bijdraagt aan je geluksgevoel en daardoor gezond is.
Nu heb ik wel het geluk dat ik in een relatief klein dorp woon. In grote steden is groeten niet zo gewoon en dat snap ik ook wel. Loop je in hartje Amsterdam, dan kun je wel blijven groeten. Logisch dat mensen – ook ik – het daar niet doen. Maar ook steden hebben rustige wijken. En die nodigen wel uit tot groeten. Vind ik…
Onlangs liep ik in een van de rustigere wijken van Amsterdam en kwam een dame tegen die een hondje uitliet. Ik probeerde oogcontact te maken om vervolgens te groeten, maar het lukte niet. Ze keurde me geen blik waardig. En dat terwijl in geen velden of wegen een ander menselijk wezen te bekennen was. Er kon niet eens een knikje af; ze negeerde me alsof ik niet bestond! Ik baalde en besefte des te meer hoe blij ik kan worden van een simpel hallo. Daarom daag ik je uit: groet elke dag een onbekende en kijk wat het met je doet. Je zult vast net als ik merken: kleine moeite, groot plezier.