Kiwi bij het ontbijt

Iedereen doet het, dus ik ook. Goede voornemens maken. Na alweer een te korte nacht besluiten om voortaan écht op tijd naar bed te gaan. En natuurlijk de goede voornemens op 1 januari, om écht weer vaker te gaan sporten en gezonder te eten.

Iedereen maakt goede voornemens.

Maar niemand voert ze uit.

Omdat goede voornemens altijd veel te groot zijn. En veel te vaag. En veel te snel. Je wilt álles veranderen. In één keer. En dan ook nog snel resultaat zien.

En dat werkt niet. Omdat alles veranderen nu eenmaal niet is vol te houden. Je kunt niet de hele dag opletten, wilskracht betonen en bezig zijn met gezonder leven. Je hebt ook nog andere dingen te doen!

Geen goede voornemens dus dit jaar? Ja, toch wel. Maar dan een heel kleintje. Een mini-voornemen, dat je zo concreet mogelijk formuleert. Hoe concreter, hoe beter, want dat verhoogt de slagingskans aanzienlijk.

Dus niet: ‘Ik ga meer fruit eten in 2020’, maar wel: ‘Ik eet elke dag bij het ontbijt een kiwi’. Dat is concreet! En dan zet je dus ook 7 kiwi’s (of welk ander fruit je maar lekker vindt) op je boodschappenlijst. Of leg je ’s avonds die kiwi alvast op je ontbijttafel klaar.

Op zo’n kleine en concrete manier lukken goede voornemens wel. En denk niet dat dit een te kleine stap is. Door dit voornemen zul je in het nieuwe jaar maar liefst 365 stuks fruit meer eten. Dat zal je fruitconsumptie behoorlijk opkrikken.

Stap voor stap kom je heel ver. Want als je eenmaal gewend bent aan fruit bij het ontbijt, dan maak je gewoon een ander goed voornemen. Klein en concreet. Wedden dat het dan wél lukt?