Pleidooi voor het Nationaal Schoolontbijt

Een boterham met hagelslag, jam, kaas of stroop, een glas melk erbij en wat sinaasappelsap. Prima ontbijtje, toch? Menig ouder zou zelfs een gat in de lucht springen als hun kind dit iedere ochtend eet. Daarom is het mooi dat het Nationaal Schoolontbijt ieder najaar zo’n ontbijt serveert aan 400.000 leerlingen. Toch? Maar nee, Foodwatch vindt zo’n ontbijt niet gezond genoeg. Er moet minstens fruit bij worden geserveerd. Een nobel streven, maar een ontbijt zonder is niet per definitie een ongezond ontbijt. En duurzamer wordt het er niet van. Appels en tomaatjes fleuren de ontbijttafel weliswaar op, maar de kans is groot dat ze na afloop nagenoeg onaangeroerd overblijven.

Wat Foodwatch echter het meeste steekt is dat bedrijven als Venz (hagelslag), Appelsientje (sinaasappelsap) en Campina (halfvolle melk) met het Nationaal Schoolontbijt  via de achterdeur de school binnendringen. Scholen reclamevrij houden is wederom een nobel streven. Maar wat te doen met pennen van Bic, potloden van Bruynzeel en computers van HP? Daar komt menig kind op school ook mee in aanraking. Net als met de Levi’s van de juf en de Nikes van de klasgenoten.

Liever zie ik het Nationaal Schoolontbijt gecombineerd met lessen over gezond eten en omgaan met reclames. Zodat kinderen weten dat je best mag genieten van een boterham met hagelslag, maar dat het verstandig is om te variëren met broodbeleg. Dat er meer merken hagelslag zijn, de ene wat goedkoper en de andere wat duurzamer. En dat Venz de enige fabrikant was, die 2.000 basisscholen van gratis hagelslag wilde voorzien. Maar wie gaat die lessen betalen? De overheid niet. Die moet bezuinigen en stimuleert daarom juist de samenwerking tussen bedrijven en de publieke sector. Foodwatch dan misschien?